Het personage Tony Soprano is onderdeel van de serie The Sopranos. Het gaat over de maffiabaas Tony Soprano uit New Jersey. Hij kampt met persoonlijke en professionele problemen in zijn privéleven en zijn werk die zijn mentale toestand beïnvloeden, waardoor hij professionele psychiatrische hulp zoekt. Met een afvalbedrijf als dekmantel is Tony het hoofd van een maffiafamilie. Hierbij moet hij continu afrekenen met rivalen en ondertussen moet hij zelf afrekenen met zijn eigen demonen.

Toen The Sopranos in 1999 op HBO verscheen, veranderde het televisielandschap voorgoed. Niet alleen omdat de serie cinematografisch en narratief zijn tijd ver vooruit was, maar vooral vanwege zijn hoofdpersonage: Tony Soprano. Een maffiabaas met een paniekaanval. Een familieman die liegt, bedriegt en moordt. Een brute crimineel die we, tegen beter weten in, sympathiek zijn gaan vinden. Tony was geen klassieke held. Hij was ook geen eendimensionale schurk. Hij was iets nieuws. Een antiheld in zijn puurste vorm. En hij opende de deur voor een hele generatie complexe hoofdpersonages die volgden.
The Sopranos draait om Tony’s pogingen om zijn twee werelden – die van de georganiseerde misdaad en die van het gezinsleven in de buitenwijk – in balans te houden. Wat de serie zo vernieuwend maakte, was dat het publiek werd uitgenodigd om zich te identificeren met een man die moreel verwerpelijke keuzes maakt. Zijn bezoeken aan de psychiater, zijn worsteling met depressie en zijn verlangen naar controle maakten hem menselijk. En juist dat maakte hem gevaarlijk aantrekkelijk.

Voor Tony Soprano waren er natuurlijk al personages met duistere kanten, maar nooit eerder werd een serie volledig gebouwd rond een man die zó duidelijk fout zat, en toch onze empathie opriep. Hij was de blauwdruk voor de moderne antiheld: charismatisch, getormenteerd, gewelddadig, maar ook kwetsbaar. Wat Tony zo krachtig maakt, is dat hij ons confronteert met onze eigen dubbelzinnigheid. We willen geloven dat we goed zijn, maar herkennen onszelf soms in zijn frustraties, zijn driften, zijn pogingen om grip te krijgen op een chaotische wereld. Hij is een spiegel en dat maakt hem tijdloos.
In een tijd waarin series steeds vaker kiezen voor moreel grijze hoofdpersonages, blijft Tony Soprano het ijkpunt. Wat meehelpt is de geweldige vertolking van James Gandolfini als Tony Soprano. Hij bracht het personage tot leven zoals niemand anders dat had kunnen doen. Hij was de eerste die ons liet zien dat een monster ook een mens kan zijn. En misschien is dat wel de meest verontrustende, maar ook meest fascinerende waarheid die televisie ons ooit heeft voorgeschoteld.







Mocht je het nog niet gezien hebben, dan kan ik de documentaire Wise Guy: David Chase and The Sopranos van harte aanbevelen.