Baantjer

De stinkend rijke Martine de Wech – enig erfgename van De Wech, een geslacht dat al tweehonderd jaar in de cacao zit – wordt dood gevonden. Haar vader, Anton de Wech, en haar man, Pepijn, zijn ontroostbaar. De Cock en Vledder komen erachter dat Martine een keiharde zakentante was die door haar collega’s van een effectenbureau niet echt op handen werd gedragen. Als ze ontdekken dat Martine een relatie had met een van haar collega’s, komen ze weer terug bij haar man Pepijn. Maar Pepijn had zo zijn redenen om zijn vrouw vrij te laten in haar escapades. Haar vader, die haar net een meerderheidsbelang in zijn zaak had geschonken, wist hier echter niets van.